Wat was LOV (Labor Omnia Vincit)?

“de arbeider zal door het maken van smaakvolle en degelijke voorwerpen weer plezier in zijn werk krijgen, hetgeen uiteindelijk tot een gelukkiger leven zal leiden”. (Gerrit Pelt)

Meubelfabriek Labor Omnia Vincit

Omdat het niets-doen hem geen voldoening gaf besloot Gerrit Pelt, na tien jaar als architect/aannemer te hebben gewerkt, “zijn vroegere ideaal alsnog tot werkelijkheid te brengen: een bedrijf stichten waarin kapitaal en arbeid op een harmonieuze wijze konden samengaan werkende volgens een socialistisch productiestelsel, waarbij arbeid de heersende en het kapitaal de dienende factor en de arbeiders deelden in de behaalde winst. Zijn achterliggende ideaal was het streven naar een betere samenleving, die volgens hem alleen kon worden bereikt door een betere samenwerking tussen de verschillende sociale klassen.” (Karin Gaillard)

Plezier in het werk leidt tot een gelukkiger leven

De Oosterbeekse meubelfabriek L.O.V. (Arbeid overwint alles) van Gerrit Pelt werd gebouwd en ingericht naar de nieuwste inzichten op het gebied van veiligheid en hygiëne. De werkruimten waren licht en werden goed schoongehouden. Volgens de opvattingen van Gerrit Pelt zouden de arbeiders door het maken van smaakvolle en degelijke voorwerpen weer plezier in zijn werk krijgen, hetgeen uiteindelijk tot een gelukkiger leven zou leiden. Bovendien zou een kunstzinnig vormgegeven product een positieve uitwerking hebben op het geestelijk welzijn van de gebruikers.
Deze opvattingen werden niet breed gedragen. Het ideaal om artistiek verantwoorde meubelen onder het bereik van de arbeidersklasse te brengen werd niet bereikt. In juli 1927 werd een groot gedeelte van de Oosterbeekse meubelfabriek door brand verwoest. Met de intrede van de crisisjaren, ging het vanaf 1931 steeds verder bergafwaarts. Er kwam grote concurrentie van importmeubelen uit Duitsland, de productiviteit daalde, terwijl Pelt geen werknemers wilde ontslaan voordat zij ander werk gevonden hadden. In 1935 was opheffing van het bedrijf onafwendbaar, een triest einde van een zó op idealisme gebaseerd bedrijf.

Stijl sober en strak zonder overbodige luxe

De stilistische ontwikkeling in de L.O.V.-vormgeving tussen 1910-1935 liep parallel met de ontwikkeling van de moderne, vooroorlogse meubelkunst van Nederland in het algemeen. Mensen die naar Oosterbeek togen om meubelen te kopen waren over het algemeen ook bekend met de ongebruikelijke, niet-kapitalistische opzet van de fabriek.  De ontwerpen die voor deze groep het meeste aansloot bij de idealen kwamen voort uit de Haagse school: sober en strak, zonder overbodige luxe. Ze hoorden bij een progressieve levenswijze en interesse. 

Bernard Buurman als leerling bij Pelt

Tussen 1900 en 1902 werkte Bernard Buurman als leerling bij Pelt toen hij zelfstandig architect in Rotterdam was. Buurman zat, net zoals Pelt, op de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. “Ik zal zo ongeveer 16 jaar geweest zijn toen ik een plaatsje kreeg bij onzen mede rotarian J.J. Pelt Gzn, thans directeur van de L.O.V. te Oosterbeek, toentertijd architect met een zeer drukken praktijk en, als gewoonte is in Rotterdam, daarbij een grooten timmermans-winkel. Ik werd geplaatst bij de bouw van de Nationale Levensverzekerings Bank in de Boompjes en werd daar, als vroeger een lichtmatroos voor de mast, terdege door de wolf geverfd” ( zie Rotary waar Pelt kennelijk ook lid van was). Als leerling van een ambachtsschool werd Buurman bij Pelt niet voor vol aangezien: “werken van 6 tot 12 , thuis lunchen en dan weer van 13.30 tot 5 en daarna op een drafje naar de academie, ook op zaterdag.”

Cronesteinkade 18

Toen Bernard Buurman in 1924 zijn eigen huis annex architectenbureau bouwde aan Cronesteinkade 18 in Leiden, gaf hij LOV de opdracht meubilair te maken voor zijn huis, bestaande uit zitkamer, eetkamer, studeerkamer en ouderlijke slaapkamer. Deze meubelen pasten bij de stijl van zijn huis. Waarschijnlijk sloten ze ook aan bij zijn maatschappelijke visie. Buurman was ook lid van de Vrijzinnig Democratische Bond.
Na het overlijden van zijn weduwe Mary Buurman-Den Hollander zijn de meubels verdeeld over de dochters. De slaapkamer is overgedragen aan een instantie, waarschijnlijk het Nederlands Architectuurinstituut.

Literatuur:
www.erfgoedlov.org
Catalogus “LOV 19-10-1935, een idealistische meubelfabriek” door Karin Gaillard, 1991 ter gelegenheid van tentoonstelling Gemeentemuseum Arnhem