Buurman in Leiden

Inleiding

Bernard Buurman (1883-1951) werd geboren in Haarlem, maar groeide op in Rotterdam. Hier werd hij ook geschoold in het ontwerpen. Als kind van zijn tijd combineerde hij vanaf zijn zestiende een dagtaak in de praktijk – aanvankelijk op de bouwplaats – met een avondopleiding in bouwkunde op de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen aan de Coolvest . Spoedig vond hij zijn weg naar de tekentafels van architecten J.C. Meyers, Verheul & van Goor, H.J. Evers in Rotterdam, en ook bij A. Salm in Amsterdam.

Naar Leiden

Op drieëndertigjarige leeftijd, als volleerd architect, verlaat hij Rotterdam om zich te associëren met Willem Cornelis Mulder (1850-1920) die een succesvol bureau in Leiden had. Beiden hielden kantoor op Rapenburg 27. Omdat de gezondheid van Mulder snel verslechtert, neemt Buurman het bureau al gauw over. Een eigen signatuur laat nog op zich wachten: het vele werk dat ligt in het voltooien van de ontwerpen van Mulder en de economische recessie in nasleep van de Eerste Wereldoorlog laten hem hier niet de ruimte toe.

Omslagpunt

In 1924 komt het omslagpunt. Een nieuwe fase in zijn leven dient zich aan – zowel op persoonlijk als op zakelijk gebied. Aan het eind van 1923 verlooft hij zich met Mary den Hollander. Dit vormt de aanleiding tot het ontwerpen van zijn eigen woonhuis met architectenbureau binnen een markant ensemble. De bouw laat niet lang op zich wachten. Kort na het huwelijk in september 1924 betrekt het echtpaar het pand. Het ensemble zet Buurman als architect definitief op de Leidse kaart en grote opdrachten volgden spoedig.

Frank Lloyd Wright

Met het ontwerp weet hij niet alleen een voor Leiden tot dan toe niet eerder vertoonde architectuur neer te zetten, hij draagt met het ontwerp ook bij in de ontwikkeling van moderne architectuur op nationaal niveau. Geïnspireerd door de bekende Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright kan Buurman (net als generatiegenoten J.B. van Lochem, J. Wils en W.M. Dudok) gezien worden als één van de wegbereiders voor deze moderne orthogonale baksteenarchitectuur met sobere en sterk horizontale vormgeving. Als een synthese van deze kenmerken kan zijn werk worden beschouwd als een vroege bijdrage aan de Nieuwe Haagse School. In het tweede kwart van de twintigste eeuw wordt deze stroming die in het licht van de toekomst als gematigd modern kan worden beschouwd steeds populairder en Buurman zal de bijhorende vormentaal hanteren in het overgrote deel van zijn oeuvre.

Belang voor Leiden

Zijn belang voor Leiden is moeilijk te overschatten: met zijn kenmerkende signatuur groeit Buurman uit tot één van de meest invloedrijke architecten van de stad op het gebied van volkshuisvesting, burgerbouw, sociale voorzieningen, verenigingsleven, scholenbouw en de industrie. Zijn invloed geldt niet alleen op het niveau van architectuur als dusdanig. Vaak weet hij het stedelijk weefsel naar zijn hand te zetten door een ruimtelijk-structurerende inplanting van zijn gebouwen. Geïnspireerd door vele tijdgenoten gaat Buurman doorgaans uit van een totaalontwerp waarbij de architectuur (wanneer zich dit aandient) benaderd wordt vanuit stedenbouwkundige ideeën en waarbij hij zich ook over de afwerking en inrichting ontfermt.

Iconische gebouwen

Enkele Iconische gebouwen in dit opzicht zijn onder andere het Transvaalhof (1927), het Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis aan de Roodenburgerstraat (1929), het verenigingsgebouw Amicitia (1932), de Haanstraschool aan de Vliet (1935), het Justus Carelhuis (1936), meelfabriek De Sleutels (1938-40) en de productiehal voor de spinnerij Clos & Leembruggen (1941).

Gebouwen elders

Hoewel het leeuwendeel van zijn ontwerpen zich in Leiden en de directe omstreken bevindt, heeft Buurman ook gebouwen ontworpen in Zandvoort, Amsterdam, Katwijk, Kinderdijk(?) en met name in de stad van zijn wortels: Rotterdam. Dat zijn belangrijkste ontwerpen in deze stad, op zeer markante plekken, tijdens de Tweede Oorlog vernietigd zijn, heeft wellicht zijn nationale bekendheid belemmerd.

Op de leeftijd van 67 jaar overlijdt hij in Leiden op 18 juni 1951. Buurman begaf zich ’s middags naar een bestuursvergadering van de sociëteit Amicitia in de Steenstraat, een gebouw naar eigen ontwerp, waar hij tegen vier uur plotseling onwel werd. Enige uren later overleed hij. Na zijn dood wordt het architectenbureau voortgezet door ir. Arch. Schutte, met wie hij drie jaar eerder de samenwerking mee aanging.

Pieter-Jan de Vos (Erfgoed Leiden en Omstreken)